Doorzoek de website


Contact

Plaats maar een berichtje in het gastenboek

E-mail: luc@origineel.fm

En nu bier

11-08-2013 11:19

Vorige week liep ik met mijn vriendin door de Lange Delft in Middelburg. De Lange Delft is dé winkelstraat in Middelburg die uitloopt op de Grote Markt. En op de Grote Markt heb je nog meer winkels. Ik was dus wel even bezig aangezien mijn vriendin toch nog een paar winkels in gedachte had. Toen we uit de Lange Delft kwamen en op de Grote Markt stonden zag ik daar tussen de Apple Store en de boekenhandel de Vero Moda. Natuurlijk moesten we daar ook even een kijkje nemen. Met elke stap die ik zette over de Markt richting de Vero Moda voelde ik mijn aanwezigheid steeds meer ongewest worden. 

Ik wil niet beweren dat winkelen met mijn meisje vervelend is. Helemaal niet. Het duurt nooit te lang en de "Maakt deze broek mijn kont dik" vraag heb ik nog nooit hoeven te beantwoorden. Het is alleen de plaatsen waar je als man komt op zo'n moment. Die plaatsen waar je liever niet bent. Die plaatsen waar je je niet op je gemak voelt omdat je er de enige bent. Die plaatsen waar je zo min mogelijk wilt zeggen en zo snel mogelijk weer weg wilt. Die plaatsen waar het percentage mannen nog lager is dan het percentage mensen dat blij is met de muziek van zanger Rinus. 

Vorige week kwam ik dus weer op zo'n plek. Eerst huppelde mijn vriendin door de kleding rekken. Ze bekeek wat kleding, twijfelde wat, bekeek het nog eens goed en uiteindelijk liep ze met een handvol kledingstukken naar de paskamers. Ik moest mee, iets wat ik normaal niet erg vind, dit keer was het anders. In de Vero Moda in Middelburg heb je 6 pashokjes, 3 aan de linkerkant en 3 aan de recherkant. Ook heb je in het midden 1 klein naar rottig bankje staan waar maximaal echt maar 2 mensen kunnen zitten. Er zaten al 2 mensen op dus ik was genoodzaakt te staan. Er zaten al 2 duitsers op. Een man met sandalen en zijn zoontje van ongeveer 5 jaar. De moeder was aan het passen. Godzijdank ik was niet de opvallendste persoon. Dat zou snel veranderen. 

De duitse moeder was snel klaar en de familie verliet het pashokjes land. Aan de ene kant kon ik nu lekker ruim zitten, aan de andere kant was ik nu de enige man in pashokjes land. Dat voelde ik. Dat voelde ik aan alles. Er werd naar me gekeken door de verkoopster en door de vrouwlijke klanten. Als ze in de buurt kwamen gingen ze zachter praten alsof ik één of andere spion was. Ik hoorde hier niet thuis. Maar ik was nog niet weg. Er lagen nog 4 kledingstukken te wachten op het krukje van mijn meisje. Nog 4 te gaan.

Met nog 3 kledingstukken te gaan zie ik ineens uit mijn rechterooghoek een koppel opduiken. Een jongen en een meisje. Oke ze zijn ouder dan ik dus eerder een man en vrouw. Een man en vrouw. En ze lopen langzaam richting die plaats. Die plaats die je als man liever ontwijkt, de plaats waar ik ook zat. Toen ze eenmaal langs de verkoopster waren gepasseerd en echt tussen de pashokjes stonden keek ik de man van het koppel recht in zijn ogen aan. Op dat moment ging alles in een slow motion.

Ik zag in zijn ogen de angst, het verdriet, de machteloosheid en de wanhoop. Zou hij zometeen die vragen krijgen? Zou hij moeten beslissen of zijn vriendin dik leek of niet? Hij wilde het niet. Het liefst wilde hij de hand van zijn vrienin los rukken zich omdraaien en zo snel mogelijk wegrennen. Het maakte niet uit waarheen. Als hij maar niet hier was. Zijn vriendin daarentegen had niets door en stond vrolijk om haar heen te kijken welk pashokje ze zou nemen. Hij kon niet weg.

Toen ik het laatste kledingstuk weer op het krukje zag vallen en het gordijn open zag gaan wist ik dat het er op zat. Ik stond op en liep achter mijn vriendin aan want alleen met haar kon ik uit pashokjes land komen. Zonder een vrouw kom je er niet in maar zonder vrouw kom je er ook zeker niet uit. Ik was opgelucht en kon weer langzaam adem gaan halen. Ik was nog niet uit de winkel maar het ergste was voorbij. 

Toen ik al langzaam naar de kassa neigde ging mijn vriendin de andere kant op. Ze hing al haar kledingstukken één voor één vrolijk terug en liep zonder boe of bah de winkel uit. Ze kocht niets. Ik was met gevaar voor eigen leven in het meest gevaarlijke gebied voor mannen geweest zonder dat het ook maar enig resulaat had opgeleverd voor ons allebei. Het maakte me allemaal niets meer uit. We waren weg en het enige mannelijke wat ik nog dacht was.

´´En nu bier.´´